De pil Sovaldi geldt als een doorbraak in de behandeling van hepatitis C. Maar sinds de pil in december op de markt kwam, is het geneesmiddel ook zeer omstreden. De reden: de prijs.

Eén pil Sovaldi kost 700 euro. Voor een succesvolle behandeling moet je hem twaalf weken lang innemen. In totaal dus 84 pilletjes, komt op 60.000 euro. In Duitsland klinken protesten uit de medische wereld, bericht Der Spiegel.

Fabrikant verdient goed

De fabrikant van Sovaldi, het farmacieconcern Gilead, verdient goed aan de pil. Kort voor de introductie van de pil schatten analisten de omzet van Gilead voor 2014 ingeschat op 1,9 miljard dollar. Maar alleen al in de eerste helft van dit jaar kon Gilead 5,8 miljard dollar in de boeken bijschrijven.

Ziekenfondsen in Duitsland maken zich zorgen. Er zijn 300.000 hepatitis C-patiënten in Duitsland. Als die allemaal aan de Sovaldi gaan, zou dat 18 miljard euro kosten. AOK, de grootste verzekeraar van Duitsland, ziet het minder ernstig in, maar komt toch nog op 5 miljard euro. AOK-directeur Jurgen Peter vindt het schandalig. Het kan niet zo zijn dat voor 84 pillen, die honderd euro kosten om te maken, 60.000 euro moet worden afgerekend, zei hij tegen een Duitse krant.

Kosten niet transparant

Maar met die 100 euro heb je natuurlijk niet de ontwikkelingskosten van het medicijn meegerekend. Volgens de Duitse arts Wolfgang Becker-Brüser, die een kritisch blad over de farma-industrie uitgeeft, zijn die kosten echter absoluut niet transparant. Hoeveel geld Gilead heeft gestoken in de ontwikkeling van Sovaldi is niet duidelijk.

Niet onaannemelijk is dat Gilead ook om bedrijfstechnische redenen de pil zo duur aanbiedt. In 2011 nam Gilead het kleine Pharmasset over, dat onderzoek deed naar de werkzame stof in Sovaldi. Gilead betaalde maar liefst 11 miljard dollar voor het bedrijfje.

Hopen op de concurrentie

Farmaceutische bedrijven wijzen er vaak op dat ze met succesvolle medicijnen ook mislukte onderzoeksprojecten moeten financieren. Maar Becker-Brüser wijst erop dat Gilead sinds 2007 ieder jaar een winstmarge van 40 tot 50 procent behaalde.

Het lijkt erop dat de verzekeraars alleen op de concurrentie kunnen hopen om de kosten te drukken. In juni bracht het bedrijf Janssen-Cilag een ander veelbelovend medicijn tegen hepatitis C op de markt, en er wordt er minstens nog een verwacht dit jaar.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl